Arrest gerechtshof 's-Hertogenbosch, 20 June 2014
Hofmodel, wettelijke rente, schadevergoeding, prejudiciële vraag
Op 17 juni 2014 heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch een tussenarrest gewezen waarin de wettelijke rente aan de orde is gekomen. In deze procedure heeft Dexia zich op het standpunt gesteld dat zij bij toepassing van het Hofmodel wettelijke rente verschuldigd is vanaf de datum waarop de effectenleaseovereenkomst is beëindigd. Dexia is immers van mening dat een verplichting tot schadevergoeding pas bestaat nadat de overeenkomst is geëindigd. In deze lijn heeft namelijk het gerechtshof Amsterdam geoordeeld op 1 december 2009.
De klant is van mening dat de wettelijke rente verschuldigd is vanaf de data waarop de betalingen aan Dexia hebben plaatsgevonden. Hiertoe wordt aangevoerd dat de overeenkomst niet gesloten zou zijn indien Dexia haar zorgplicht niet geschonden zou hebben.
Aangezien de vraag vanaf welk moment wettelijke rente verschuldigd voor diverse procedures van belang is, heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch aangegeven de volgende prejudiciële vraag te willen stellen aan de Hoge Raad:
"Wat is de ingangsdatum van de wettelijke rente over de door aanbieder van effecten-leaseovereenkomsten aan de afnemer te vergoeden inleg? Het gaat hierbij om termijnbetalingen en eventuele aflossingen (minus dividenduitkeringen) die de afnemer voorafgaand aan de beëindiging van de effecten-leaseovereenkomst(en) uit hoofde van die effecten-leaseovereenkomst(en) heeft betaald."
Beide partijen zijn op dit moment in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over het voornemen van het hof om een prejudiciële vraag aan de Hoge Raad te stellen.