Geen sprake van advisering door een tussenpersoon en afwijzing artikel 41 NR 1999, 15 juni 2020.
De klant heeft met de door hem overgelegde stukken onvoldoende aangetoond dat de tussenpersoon hem heeft geadviseerd. De door de klant gestelde gang van zaken blijkt daarnaast niet uit de door hem overgelegde stukken. Dit leidt tot verwerping van het verweer van de klant ten aan zien van overtreding van artikel 41 NR 1999.
Rechtbank Gelderland d.d. 15 juni 2020
Zaaknummer: 8202049 CV EXPL 19-14836
In de onderhavige zaak heeft Dexia de afnemer gedagvaard om de zaak tot een definitief einde te brengen. De rechter heeft geoordeeld dat op basis van de overgelegde stukken niet kon worden aangenomen dat de tussenpersoon, PlusPunt, in het onderhavige geval heeft geadviseerd. Ondanks dat de klant betoogde te zijn geadviseerd, oordeelde de Rechtbank dat er geen persoonlijk contact is geweest tussen de klant en PlusPunt. Evenmin is enige op de persoon van de klant toegespitste informatie van Pluspunt ontvangen of andere informatie verstrekt dan de door de afnemer opgevraagde brochure. Bovendien oordeelt de Rechtbank dat de afnemer zijn stellingen onvoldoende heeft onderbouwd tegenover het gemotiveerde verweer van Dexia het overgelegde aanmeldformulier. De verwijzing naar de handleiding van Dexia acht de Rechtbank in dat kader ook onvoldoende.
Daarnaast oordeelt de Rechtbank dat de door klant gestelde gang van zaken niet blijkt uit de door hem ter onderbouwing overgelegde stukken. Dit leidt tot de conclusie dat het verweer van de klant ten aanzien van overtreding van artikel 41 NR 1999 wordt verworpen door de Rechtbank. De door Dexia gevorderde verklaring voor recht is toegewezen.
(zie rechtsoverweging 4.9 en 4.10)