Mei 2020 - Conclusie Procureur Generaal HR inzake Spaarshop
De Procureur Generaal M.H. Wissink (PG Wissink) heeft op 29 mei jl. geconcludeerd in twee Dexia zaken. Naar het oordeel van de PG heeft Spaarshop geen op de persoon van [afnemer] beleggingsadvies gegeven en heeft het Hof Arnhem-Leeuwarden een juiste bewijslastverdeling toegepast. De PG verwijst daarbij naar de eerdere procedure hieromtrent van 8 januari 2019.
Volgens PG Wissink zijn vooral de aan de orde gestelde positie van de orderremisier en de positie van de cliëntenremisier van belang. Allereerst is de bewijslastverdeling juist zoals deze door het Hof is gehanteerd. De stelplicht en bewijslast komt voor rekening van degene die de verklaring voor recht vordert met betrekking tot de stelling die aan de gevorderde verklaring voor recht ten grondslag ligt. Dat betekent dat in onderhavige zaak, Dexia voldoende heeft gesteld dan wel aannemelijk heeft gemaakt dat zij aan al haar verplichtingen voortvloeiend uit de afgesloten effectenleaseovereenkomst ten op zichten van [afnemer] heeft voldaan. De [afnemer] heeft dit niet gemotiveerd betwist. Ten tweede is PG Wissink verder ingegaan op het begrip ‘advies’. Het geven van advies houdt in dat naast het verschaffen van informatie over beleggingsmogelijkheden ook een waardeoordeel over de door de individuele afnemer te nemen beslissing moet zijn gegeven. Een dergelijk waardeoordeel is in deze zaak ook niet gebleken. PG Wissink komt hierdoor tot de conclusie dat de klachten met betrekking tot deze onderdelen dienen te falen.
Link naar de vonnissen
https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:2020:465